De LVAD zelf is een pompje dat in het hart geplaatst wordt en een verbinding vormt tussen de linker kamer en de aorta. Dit pompje zorgt ervoor dat het lichaam weer de juiste doorstroming van het bloed krijgt.
Normaal gesproken verzorgt het hart de bloedsomloop met behulp van een pulserende beweging. Het ‘kloppen’ van het hart voel je in de slagaders van het lichaam. Doordat het pompje een continue doorstroming verzorgt, heeft een drager van een LVAD geen voelbare polsslag meer.
Het geheel werkt op elektriciteit. De aansturing van de elektriciteit vindt plaats buiten het lichaam. Het pompje (1) is verbonden met een elektriciteitskabel, de driveline (3), die door de buikwand naar buiten komt, en verbonden is met de controller (4).
Deze controller is een kleine computer die het toerental van de pomp verzorgt en een geluids- en lichtsignaal afgeeft wanneer dit nodig is. De controller verzorgt ook de verbinding naar de energiebron, twee batterijen (2) die op het lichaam meegedragen kunnen worden, of een apparaat dat aangesloten is op het lichtnet. Dankzij de batterijen, is het mogelijk het dagelijkse leven weer op te pakken en volledig mobiel te zijn. Het apparaat dat op het lichtnet zit wordt in de nacht gebruikt zodat er geslapen kan worden met een constante toevoer van stroom.