Ga naar hoofdinhoud
juli 2016 Samen met zijn vrouw Willy loopt Wim Abbink voor de tweede maal de Nijmeegse Vierdaagse helemaal uit!
Een enorme prestatie, zeker gezien de lastige weersomstandigheden dit jaar. Hieronder een verslag van Willy.

Dit jaar begonnen we vanuit de Achterhoek wel bijzonder uitgeslapen aan de 4-Daagse, niet alleen reed ik de afslag Arnhem voorbij, ronkend negeerde ik ook de borden Arnhem-Noord. Een flink eind op weg richting Ede was ik het uiteindelijk die nattigheid voelde en mijn oerkreet resette ook de slaperige breinen van Wim en Melanie, die met ons meereed. Als altijd ad rem vroeg Wim of ik hem al bij voorbaat naar het UMC Utrecht wilde brengen, waarop ik kribbig antwoordde dat als we op de veerboot naar Tessel hadden gestaan, hij waarschijnlijk nog niks in de gaten zou hebben gehad.

Enfin, het is goed gekomen en zo begonnen wij en flink wat andere lopers aan de dag van Elst. Het was warm en gezien de toestand van onze bovenkamers deze ochtend, was het zeer aan te raden om nu het hoofd koel te houden. In de praktijk betekende dat voor mij flesjes vullen en halsdoekjes nat maken voor Wim, hij kon dan rustig doorlopen en hoefde zich niet te mengen in het duw- en trekwerk van bezwete en spetterende medelopers. Al was het terugvinden van Wim een enkele keer een hele toer, omdat hij én van koers veranderde én zijn hoed afzette. Liep ik me uit de naad achter een hoed aan, waaronder een vreemde vent bleek te zitten. Het hoe en waar te lopen hebben we toen maar even kortgesloten. De constatering dat er weinig schaduw is vanaf Oosterhout – via de dijk naar Lent terug naar Nijmegen – wordt denk ik alleen onder dit soort extreme omstandigheden gemaakt. We wilden nog een keertje rusten, maar de angst om een te worden met smeltend asfalt, hield ons op de been.

De dag van Wijchen – roze woensdag – begon om kwart over vier, we mochten een half uurtje eerder starten, vanwege de verwachte zeer hoge temperaturen. Voor ons betekende dat we om kwart over zes mochten starten, een half uur eerder dan de reguliere 30 km lopers. Deze vervroegde start kregen we vorig jaar – toen we dispensatie aanvroegen omdat de begeleider nog geen zestig was – als een onverwachte, doch welkome bonus. Dit jaar hadden we alleen die vervroegde start aangevraagd en gelukkig werd die ook toegewezen. We waren echter koud weg, ons gelukkig prijzend met de beenruimte, of het hek ging van de dam en werd de rest van de kudde ook losgelaten. Het went snel zo’n bevoorrechte positie, want Wim en ik voelden ons haast een beetje tekortgedaan. Snobs dat we zijn.

Het was heet, gelukkig wel wat meer wind, maar bij de laatste kilometers op de Waalkade en in de binnenstad was de hitte echt verzengend. Niet alleen voor de lopers, ook de in het roze uitgedoste menigte zag er bepaald niet okselfris uit. Toch waren we ruim op tijd binnen en we haastten ons naar ons favoriete rustplek onder de bomen.
Helaas waren alle plaatsen bezet en speurend naar – in elk geval voor Wim – een zitplaats, mochten we gebruik maken van bank bij de Rode Kruistent. Via de groepsapp waarin ik onze plek uitduidde, zorgde dit voor nogal wat schrikreacties. Tja, daar denk je dan even niet aan.

Dit keer ging het batterij-alarm af in de bus, op weg naar het transferium in Lent. Wim zat achter mij en ik hoorde hem tegen zijn buurvrouw zeggen dat ze niet moest schrikken, maar dat hij een steunhart had en zijn batterijen moest verwisselen. Haar stellig uitgesproken ‘oké’ werd volledig tenietgedaan door haar verblufte gezicht toen ik Wim de batterijen een voor een aangaf.

Op de dag van Groessen, de bergetappe van de buitencategorie, werd het wekkeralarm weer een kwartier vroeger ingesteld, dit vanwege het interview met TV Gelderland. Muggen en een vol hoofd waren die nacht spelbrekers, toch stonden we om zes uur paraat op de Wedren en waren we een dik uur druk met van alles en nog wat te vertellen. Gelukkig was het ietsje minder warm en dat is met het oog op Groesbeek wel zo prettig. Want klimmen is zwaar voor Wim, we nemen zo’n puist dan ook altijd in etappes, stukje klimmen, naast de weg stappen en op adem komen en dan de blik weer omhoog en de benen eronder. Zo lukte het en opgelucht dat we ook deze dag goed zijn doorgekomen, finishten we weer zo rond drie uur.

Dag vier is de dag van Cuyk, een plaats waar de 30 km niet doorkomt en dat is wel jammer, want het is daar altijd een geweldig feest en de over pontonbrug lopen dat is een aparte belevenis. Doch niet getreurd want er viel genoeg te beleven. Af en toe werden we herkend van het interview en soms ook aangesproken. Zoals een man die een babbeltje maakte. Net voordat hij de sokken er weer inzette, vroeg hij aan ons: ‘Weet je wat mijn vrouw gisteravond zei toen ze jullie zag?’ Geen idee natuurlijk en we keken hem vragend aan.

‘Die man, die ziet er beter uit dan zijn vrouw….’

Kauwend op die woorden bedacht ik – het onweerde en hoosde inmiddels – dat dit eigenlijk geweldig was om te horen, zowel voor Wim als voor mij en kon ik er wel de humor van inzien.

De onweersbuien zijn we zonder kleerscheuren doorgekomen, wat wel zaak was met alle apparatuur op onze rug. Zelden zal een wegwerpponcho zo teder en liefdevol, zijn behandeld als door ons. Durf te wedden dat een doorsnee tandarts minder intensief naar gaatjes speurt als dat wij deden.

Tegen de middag werd het weer ouderwets warm en konden we aan een droge intocht beginnen. Net als vorig jaar, toen Wim, vriend Gerrie, Anke en ik de laatste kilometers samenliepen, voelden wij ons intens dankbaar dat wij dit opnieuw samen mochten beleven. Deze Vierdaagse was er eentje van extremen, maar mijn zorg om Wim werd overvleugeld door respect voor zijn enorme wilskracht en bewondering voor de prestatie die hij heeft neergezet.

Willy Abbink.

Video verslag van de prestatie van Wim en Willy
Omroep Gelderland in het 4Daagse journaal

Willy: De cameraman en interviewer vergezelden ons nog tot de eerste rotonde, daarna waren we weer onder ons.